Jack Ross: de schrijvende trainer
- October 17, 2014
- Fitba, Heart of Midlothian
- 0 Comments
- 2042 Views
Ik heb lang getwijfeld of ik ook met mensen van Hearts zelf contact op zou nemen. Het is niet dat “Glorious Hearts” een onderzoekjournalistiek project is, maar om een of andere reden wilde ik afstand houden tot de club zelf. Zo werd Joe McGinniss persona non grata bij Castel di Sangro na het verschijnen van zijn boek, omdat de club veel voor hem had gedaan en hij daarna de vuile was buiten hing. Je moet nooit bij mensen in het krijt komen te staan als schrijver of journalist. Maar ik heb besloten dat het eigenlijk onzin is. Ik wil een zo’n helder mogelijk beeld krijgen van de club, dus zal ik ook gewoon met mensen die bij Hearts werken praten. Zo had ik gisteren een interview met Jack Ross, een van de trainers bij Hearts en manager van de Jambos U20. Vorig seizoen was hij nog assistent bij Dumbarton, de tegenstander van morgen. Maar dé reden waarom ik Ross graag wilde spreken was omdat hij vijf kinderboeken heeft geschreven, waarvan er al twee zijn uitgebracht. Een niet alledaagse bezigheid voor een ex-profvoetballer.
Ik sprak met Jack Ross af bij Riccarton, het trainingscomplex van de club net buiten de stad. Voor mij is het eigenlijk een rechte weg vanaf mijn huis. Het trainingscomplex is een onderdeel van de Heriot-Watt University. Heel apart, want je loopt tussen de studenten in en hebt totaal niet het gevoel dat je naar een trainingscomplex van een voetbalclub loopt. Waar je in de jaren 90 vaak verhalen hoorde van Nederlandse voetballers die in stadsparken tussen de hondenklei trainden, lijken ze in Groot-Brittannië een inhaalslag te hebben gemaakt op dat vlak. In ieder geval bij Hearts. Ik kreeg na het interview een rondleiding van Ross en het ziet er allemaal erg kek uit. Veel mooie velden, een veld met kunstgras en dan binnen nog een hal voor als het buiten te beroerd weer is om te trainen. Alle faciliteiten zijn aanwezig. Het is een complex waar bijvoorbeeld mijn Willem II jaloers op zal zijn. Terwijl ik het kantoor van Ross binnenloop, zie ik daar twee spelers van Hearts zitten. Toevallig de twee Nederlanders: Özturk en El Hassnaoui. Ze kijken mij verbaasd aan als ik zeg “Hey, nog meer Nederlanders”. Ross begroet mij in het Nederlands (koetendak) en we gaan zitten voor het interview.
Jack Ross, de voetballer
“Ik ben in 1976 geboren in Falkirk, maar mijn favoriete club was Dundee FC. Toevallig kwam ik uitgerekend bij die club in de jeugdopleiding terecht. Het is erg mooi als je bij je eigen club mag spelen. Helaas heb ik nooit het eerste gehaald. Mijn liefde voor Dundee FC is ook wat verdwenen. Ik denk sowieso dat het erg lastig is om als profvoetballer fan te zijn van een club. De club waar je voor speelt is eigenlijk jouw club en daar doe je ook je uiterste best voor. Via Forfar Athletic kwam ik uiteindelijk terecht bij Non-League club Camelon. Die spelen in de Junior League. Daar wordt stevig gevoetbald, dus het was een goede leerschool. Vroeger was het in Schotland de normale route om eerst voor een Juniorclub te spelen en daarna naar een profclub te gaan. Kenny Dalglish speelde bijvoorbeeld eerst voor Cumbernauld voordat hij bij Celtic terecht kwam. Tegenwoordig zie je dat niet meer zoveel. Ik had dus geluk dat ik op mijn 23ste een contract bij Clyde kon tekenen. Na een seizoen bij Hartlepool, tekende ik voor Falkirk. Dat was wel apart, omdat ik daar geboren ben en mijn familie daar nog woonde. Daarna speelde ik nog voor St. Mirren waarmee ik de finale van de League Cup speelde. Helaas verloren we die van Rangers. In mijn tijd bij St. Mirren speelde ik ook een interland voor Schotland B, terwijl ik de dertig al was gepasseerd. Daar ben ik nog altijd trots op. Na St. Mirren heb ik nog bij Hamilton en Dunfermline onder contract gestaan, maar vanwege een zware blessure speelde ik daar zelden.”
Jack Ross, de trainer
“Ik wilde in het voetbal betrokken blijven en in 2011 werd ik assistent bij Dumbarton. Dat was een geweldige leerschool. We promoveerden twee keer en dat als semiprofclub. Zelfs in de Championship trainden we maar twee avonden in de week. Iedereen had een baan naast het voetballen. Zo werkte ik voor de Schotse spelersvakbond PFA en de internationale spelersvakbond FIFPro. Dat werk vond ik geweldig. Ik hield mij bezig met onderwerpen als depressies, gokverslavingen en match fixing. Interessant werk en heel uitdagend. Toen Hearts mij deze zomer benaderde om de trainersstaf te versterken en de nieuwe manager van de beloften te worden, was dat een grote eer voor mij. Het was jammer dat ik mijn werk voor de spelersvakbonden moest opgeven en Dumbarton moest verlaten, maar een kans zoals dit project bij Hearts krijg je zelden. Het verschil tussen Hearts en Dumbarton is heel groot, ondanks dat beide clubs in dezelfde divisie spelen. Bij Hearts trainen wij twee keer per dag, soms zelfs drie keer. Dan kun je er echt dingen inslijpen. Dat was bij Dumbarton lastiger, maar juist daarom is het zo knap dat ze zich wisten te handhaven vorig seizoen en dat ze het dit jaar weer aardig doen. Natuurlijk heb ik nog wel een zwak voor de club. Ik ben ook nog altijd bevriend met Ian Murray, de manager. Maar in voetbal is het ook zo dat sentimenten snel verdwijnen. Als wij zaterdag met 6-0 winnen, zal ik daar geen traan om laten. Ik ben nu echt helemaal gefocust op Hearts. Wij zijn hier echt bezig iets neer te zetten. Je ziet het aan het spel dat er een idee achter zit. Naast het geven van trainingen ben ik ook manager van de U20’s. Het team staat echt in het teken van het eerste. Als er spelers terugkeren van een blessure, dan krijgen ze speeltijd in de U20’s. Ik speel dus eigenlijk nooit met een vaste kern. Het is wel wennen om je niets aan te trekken van een verliespartij. Ik speel bijvoorbeeld graag golf en dan gaat het mij vooral om het plezier en niet om winst en verlies. Maar bij voetbal ligt het anders voor mij. Daar wil ik eigenlijk altijd winnen. Ik hoop ooit nog wel eens op eigen benen te staan als manager, maar momenteel ben ik hier erg tevreden. Ik vind het momenteel leuker om hier deel uit te maken van de trainingsstaf dan manager te zijn van een club in een van de lagere divisies. Hier zijn we echt bezig met een project en dat is mooi om te zien hoe zich dat gaat ontwikkelen.”
Jack Ross, de schrijver
“Ik ben altijd een liefhebber van schrijven geweest. Al vanaf jongs af aan. Ik ben eerlijk gezegd geen fanatiek boekenlezer, maar kranten las ik altijd graag. Bezig zijn met taal is een van mijn favoriete bezigheden. Eigenlijk is het daarom wel raar dat ik economie heb gestudeerd, toevallig hier op de Heriot-Watt University, want dat is echt helemaal iets anders dan schrijven. In januari 2010 werd ik gevraagd voor een wekelijks column op de website van de BBC. Ik deed al wat dingen voor BBC Radio Scotland toen ze mij vroegen of ik een blog wilde schrijven over mijn belevenissen als voetballer. Dat vond ik erg leuk om te doen. Zeker omdat ik vrij was in wat ik schreef. Mensen reageerden op de column en ik kon ze antwoord geven. Helaas besloot de BBC in de zomer van 2011 te stoppen met de spelerscolumns. Maar ik bleef schrijven, want ik zorgde bij de PFA voor de content op de website. Hoe ik uiteindelijk bij de kinderboeken terecht kwam? Ik wilde altijd al graag een kinderboek schrijven. Ik las wel eens voor aan mijn neefje en vond dat veel van die boeken geen boodschap hadden. Dat wilde ik juist wel. Tijdens vakanties, nu klink ik heel saai, nam ik vaak een kladblok mee om wat te schrijven. Daar werkte ik de plannen voor de kinderboeken uit die ik in mijn hoofd had. Het zijn er uiteindelijk vijf geworden. Ik had het leuk gevonden om ze al tijdens mijn carrière als voetballer uit te brengen, maar helaas is dat net niet gelukt. Uiteindelijk heb ik er twee in eigen beheer uitgebracht nadat ik gestopt was: Alfie the Adventurous Winger en Calum the Courageous Keeper (voor de liefhebber hier te bestellen). Alle vijf de boeken hebben een bepaald thema. Zo gaat die van Alfie over het nieuwe eten op zijn school. Dat is allemaal erg gezond en daar geeft hij niets om. Hij wil gewoon het eten wat hij altijd heeft gedaan, zijn hamburger met friet. Maar uiteindelijk lukt het hem om te veranderen door in zijn keuze voor eten net zo avontuurlijk te zijn als op het veld. Het boek over Calum gaat over pesten op school. Hij is een moedige keeper, maar is hij moedig genoeg om het voor het meisje op te nemen die wordt gepest? Zo heb ik in ieder boek een onderwerp verwerkt en dat proberen te koppelen aan een bepaalde karaktereigenschap die bij een positie in het veld hoort. Helaas heb ik het nu te druk om de andere drie boeken uit te brengen, buiten het feit dat mijn vrouw het niet prettig vindt om al die dozen in huis te hebben. Ik heb een dochtertje van bijna zes en in december wordt ik voor de tweede keer vader. Daarnaast slokt mijn werk bij Hearts veel tijd op. Hoe graag ik ook weer zou schrijven, het zit er even niet in. Maar de drie andere boeken staan op een USB-stick. Buiten de drie kinderboeken, is het een droom van mij is om nog ooit een boek uit te brengen. Dat zal voorlopig niet gebeuren, maar ooit hoop ik die droom waar te maken. Het eerste moment dat je je eigen boek in handen hebt, blijft heel bijzonder.”